De Utrechtse grachten en werven zijn uniek, maar ook al zijn ze nog zo kenmerkend voor de stad, ze verkeren al jaren in slechte staat. Daar moet onderhand iets aan gebeuren, want de tijd begint te dringen. In april komt het plan voor de aanpak van het herstel en behoud van het wervengebied.
Voor het plan van aanpak moeten de werven eerst nog in hun totaliteit in kaart worden gebracht. De gemeente doet daarom onderzoek naar de kelders in het wervengebied. Robert Langdon mag thuisblijven: onderzoek gebeurt met een grondradar, inspecties en archiefonderzoek. Uit het onderzoek moet duidelijk worden waar de vele kelders nu precies liggen en hoe ze erbij liggen.
Onbekende holten in de grond
Tijdens het onderzoek komt de gemeente erachter dat er, naast de bekende kelders, een heel aantal onbekende holten in de grond blijkt te zitten. Zonder bouwtekeningen is het moeilijk te zeggen wat de staat van die kelders is: veilig of toe aan onderhoud. Daarom wil de gemeente een kijkje nemen bij de adressen waar onbekende kelders zijn gesignaleerd. Ze willen graag zeker weten of het wel echt om werfkelders gaat.
De bewoners van de adressen waar mogelijk een onbekende kelder onder ligt, zouden inmiddels door de gemeente zijn benaderd. Reacties van de mogelijke keldereigenaren, de observaties met de grondradar en de gegevens van de gemeente worden naast elkaar gelegd. Zo verwacht de gemeente een beeld te krijgen van het aantal onbekende kelders in de binnenstad van Utrecht.
‘Onbekende kelder’, bekend probleem
Met de gegevens uit het onderzoek heeft de gemeente een plattegrond gemaakt. Die bestaat uit dertien kaarten van de werven in de Utrechtse binnenstad. Die geeft met verschillend gekleurde vlakken aan waar de grondradar ‘onbekende (mogelijke) kelders’ heeft gezien. Aan de Oudegracht, op het adres van Robert Jansen, staat zo’n vlak voor een duidelijke meting van een ‘onbekende (mogelijke) kelder’ op de plattegrond.
‘Misschien is het kadastraal niet helemaal goed aangegeven’
Zou daar dan een spookkelder met geheimen en raadsels onder de grond liggen? Jansen reageert een beetje verbaasd; de kelder bestaat al zo lang hij er woont en wordt gebruikt. Het is een boogkelder, die volledig is gestukt en geschilderd. Jansen: “Ik woon in deze buurt sinds ik acht jaar oud was. Ik ken het hier dus vrij goed en zie nu al meer ‘onbekende kelders’ op de kaart die altijd hebben bestaan en worden gebruikt . Echte spookkelders zijn er misschien maar een paar.”
Jansen gokt: “Misschien is het kadastraal niet helemaal goed aangegeven.” Die kans zou kunnen bestaan. Het kadaster bestaat immers pas sinds 1935. Dit verving de Bonnebladen, dat waren gedetailleerde militaire kaarten die tussen 1865 en 1884 werden gemaakt. Allemaal lang nadat de Utrechtse werfkelders werden aangelegd. De gemeente bevestigt het vermoeden van Jansen: “De bekende en onbekende kelders zijn niet altijd zichtbaar in het kadaster of op riool- en bouwtekeningen, dat bemoeilijkt ook het vinden van de locatie van de kelders.”
Alle adressen met een blauw vlak zouden volgens de gemeente in juni en november 2020 een brief hebben ontvangen. Daarin wordt toestemming gevraagd voor inspectie van een kelder om de aanwezigheid van de kelder te verifiëren.
Zwaar verkeer
In veel gevallen klopt dus het vermoeden en het grondradaronderzoek: er liggen kelders. Het lijkt er echter op dat veel van de kelders, zelfs die in gebruik zijn, in slechte staat verkeren. Dat zou komen door het zware verkeer dat er dagelijks overheen rijdt. Jansen: “Bij meerdere kelders zijn er grote scheuren te zien, vooral in het deel dat onder de weg ligt en niet onder het huis. Als over de weg boven die kelders een vrachtwagen komt rijden, kraakt het en komt het gruis naar beneden.”
‘Als bewoner kan je dat lastig aantonen’
Frustrerend, vindt Jansen het dan ook, dat te zwaar verkeer niet preventief wordt geweerd. “Het probleem is al sinds de jaren ‘90 bekend. En toch rijden er nog dagelijks vrachtwagens, die schade aan de gewelven veroorzaken. Maar als bewoner kan je dat lastig aantonen.” Dat zou betekenen dat de keldereigenaar zelf opdraait voor de kosten van het onderhoud. Het laten hervoegen van een boogkelder, een maatregel die nodig is om de stenen bij elkaar te houden, zou ruim 44.000 euro kosten. “Dat is voor velen niet te betalen.”
Juridisch raadsel
Het is nog onduidelijk wie uiteindelijk verantwoordelijk is voor het onderhoud van de kelders. “Sommige eigenaren verwachten dat er direct maatregelen worden genomen”, schrijft de gemeente Utrecht. Die zegt dat het juist belangrijk is om van tevoren goed onderzoek te doen en dan pas een groot plan te maken. De gemeente heeft over het weren van te zwaar verkeer en heeft werkgroepen met bewoners gevormd en is in overleg met vervoersorganisaties.
Ook is er sinds november een speciale ‘commissie van wijzen’. Dit is een drietal dat zowel de keldereigenaren als de gemeente moet adviseren. Het advies gaat over de rechten en plichten van eigenaren en de gemeente, over de eigendomsverhoudingen en over de samenwerkingsvorm van eigenaren en de gemeente in het herstel, beheer en behoud van het wervengebied.
Het is niet verwonderlijk dat er een commissie van wijzen is ingeschakeld, voor de aanpak van de werven. Raadselachtig zijn ze wel te noemen, de eigendomsverhoudingen van de werfkelders. Toch is het essentieel voor de aanpak van de werven om te weten wat van wie is. Zo hield advocatenkantoor Van Benthem & Keulen al eerder een onderzoek naar werfkelders. Daaruit kwam dat de werfkelder waarschijnlijk van de eigenaar van het grachtenpand erboven is. De weg boven de werfkelder niet, die lijkt van de gemeente te zijn.
‘De muren zijn dichtgemetseld’
Helemaal zeker is het niet. Een keldergewelf en de fundering van de weg kunnen met elkaar verbonden zijn en zo één deel vormen dat van zowel de keldereigenaar als de gemeente is. De werven en werfmuren buiten de kelder zijn van de gemeente. De werfmuren zijn vastgemaakt met trekankers in de keldermuren, ook van de gemeente. Een lastig zaakje dus.
De échte spookkelders, die helemaal niemand meer kent, zijn die er nog? “Inmiddels weten we van een aantal locaties dat er kelders zijn die niet (meer) toegankelijk zijn”, laat de gemeente weten. “Bijvoorbeeld omdat de toegang naar de kelders onmogelijk is gemaakt, bijvoorbeeld doordat de muren zijn dichtgemetseld of omdat de toegangsdeur vanuit een naastgelegen kelder is afgesloten.”
Een deel van deze ‘weeskelders’ is ook nooit doorverkocht met de rest van het grachtenpand. Die kelders zijn nog altijd van de oorspronkelijke eigenaar, of een erfgenaam daarvan. Een spookeigenaar dus, die al jaren niets aan onderhoud heeft gedaan, die niet reageert op de vragen van de gemeente, die geen last heeft van vallend gruis door vrachtwagens en die niet in een werkgroep zit. Of in die spookkelders nog geheimen zijn te vinden, weten we pas als we ze openmaken.
Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door: