Het Utrechtse wervengebied, en dan vooral het behoud en onderhoud ervan, zorgt al jaren voor talrijke problemen. De gemeente wil het wervengebied goed beschermen en daarvoor moet het compleet worden aangepakt, samen met alle eigenaren en beheerders.
De Commissie van Wijzen heeft de opdracht gekregen om de keldereigenaren en de gemeente te adviseren over de aanpak. Het advies gaat over de rechten en plichten van eigenaren en de gemeente, over de eigendomsverhoudingen en over de samenwerkingsvorm van eigenaren en de gemeente in het herstel, beheer en behoud van het wervengebied.
Eigenaren en de gemeente kunnen hun vragen, praktijkvoorbeelden, belangen en zorgen met de commissie delen, zodat de commissie in algemene zin kan adviseren. Over individuele gevallen wordt niet geadviseerd. De commissie is gevraagd het advies komend voorjaar uit te brengen. De uitkomsten worden gebruikt voor het nieuwe plan voor het herstel, beheer en behoud van het wervengebied.
Gebrek aan vertrouwen
De conclusies die de commissie in haar rapport trekt, zijn niet mals. Volgens de commissie is er een gebrek aan vertrouwen van de eigenaren in de gemeente. Dat gebrek heeft verschillende oorzaken.
“De handhaving op de aslastbeperking schiet tekort, ondanks soms dagelijkse meldingen van bijvoorbeeld te zwaar verkeer”, schrijft de commissie in het rapport. Dat kan volgens de commissie leiden tot onveilige situaties. De commissie zegt ook signalen te hebben gekregen dat de gemeente “in haar contacten over de afgelopen jaren een oorzakelijk verband tussen overtredingen van de aslastbeperking en schade aan de werfkelders bewust buiten beeld heeft gehouden”.
De gemeente zou zich daarnaast afhoudend opstellen bij bijvoorbeeld lekkages. Volgens de commissie geeft de gemeente aan dat eigenaren zelf verantwoordelijk zijn voor de waterdichtheid van de werfkelder en dat de gemeente daar geen belang bij heeft. “In wezen zijn er echter geen inhoudelijke belangentegenstellingen”, schrijft de commissie. “Het behoud van het erfgoed en de zorg voor veiligheid en waterdichte kelders staan bij iedereen voorop. Het echte probleem is dat men deze parallelle belangen niet steeds als een gezamenlijk belang ziet.”
Burenplicht
De commissie spreekt van een ‘vergeten burenplicht’. De gemeente is in het wervengebied namelijk op die manieren ‘de buur’ van de werfkeldereigenaren; door de wegen, de werfmuren en de fundering. Schade aan de werfkelders tast ook het erfgoed aan en is daardoor volgens de commissie ook een zorg voor de gemeente.
De gemeente is de eigenaar en beheerder van bijvoorbeeld wegen, werven, wal- en kluismuren en bruggen. De werfkelders zijn het eigendom van de eigenaar van het bijbehorende grachtenpand, maar zogenoemde wees- en spookkelders zijn dan weer eigendom van de gemeente.
Die situatie leidt tot rechten en plichten. De gemeente moet te zwaar verkeer weren en zorgen voor een goede afvoer van regenwater, maar ook haar eigendommen goed beheren en onderhouden.
Verantwoordelijkheid
Daar komt de burenplicht om de hoek kijken. De gemeente heeft die plicht namelijk tegenover de eigenaren van de werfkelders. Eigenaren zijn verantwoordelijk voor goed onderhoud van hun werfkelders, maar schade die ontstaan is doordat de gemeente tekortschiet in haar taken, komt voor rekening van de gemeente.
Die verantwoordelijkheden van de gemeente monden volgens de commissie uit in ‘bewijsvermoedens’. Van bepaalde schades aan werfkelders, zoals scheuren, lekkages van bovenaf en schade die is ontstaan na aanleg of herstel van leidingen, wordt vermoed dat ze zijn veroorzaakt door de gemeente. Die mag bewijzen dat het in concrete gevallen anders ligt.
Werf- of keldermeester
Volgens de commissie kan veel schade worden voorkomen als de gemeente haar zorgplicht nakomt. Eigenaren zouden dan ook goed en op tijd geïnformeerd en betrokken worden en tijdig meldingen aan de gemeente kunnen doen.
De registratie van de kelders moet daarvoor wel op orde zijn. Zo is vaak de kadastrale registratie van panden met een werfkelder incompleet, net als overdrachtsakten. Verder moet er volgens de commissie een manier komen om snel actie te kunnen ondernemen. De commissie adviseert de gemeente om een werfmeester of keldermeester aan te stellen, die het gebied en de mensen kent.
De commissie denkt dat het herstel van de werfkelders het best kan gebeuren vanuit een stichting waarin de gemeente en de werfkeldereigenaren samenwerken. Die stichting zou met eigenaren overeenkomsten kunnen sluiten, maar de eigenaren mogen zelf beslissen of ze daaraan meewerken. Hier komen ook de ‘bewijsvermoedens’ weer terug; die zouden onderdeel kunnen zijn van zo’n overeenkomst. De stichting kan ondersteund worden door een overlegorgaan, waar de gemeente en de eigenaren mee kunnen overleggen over problemen en oplossingen.
Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door: