Sinds 1 maart is er extra handhaving. Ook is er een vrachtwagenverbod ingesteld en gelden er breedtebeperkingen. Daarnaast is er een interventieteam ingesteld dat ingrijpt als er onveilige situaties ontstaan, bijvoorbeeld als er tijdens de lopende onderzoeken een onstabiele kelder wordt aangetroffen.
Laksheid
Dat zegt verantwoordelijk wethouder Kees Diepeveen in een reactie op de keiharde conclusies van een onafhankelijke Commissie van Wijzen (CvW)
die stelt dat laksheid vanuit de gemeente er debet aan is dat er op
verschillende plekken gevaarlijke situaties zijn ontstaan. Mede
veroorzaakt door te zwaar vrachtverkeer dat over de grachten reed zonder
dat er afdoende gehandhaafd werd.
Diepeveen
zegt dat de gemeente ‘de bescherming van het erfgoed van onze
binnenstad, onze werven en kelders zeer serieus neemt’. ,,Daarom hebben
wij medio 2019 stevig ingegrepen door de lopende herstelwerkzaamheden
stop te zetten en een onderzoek te starten. Daaruit bleek dat het
project stelselmatig is onderschat en dat er beter samengewerkt moest
worden tussen eigenaren en de gemeente Utrecht. Ik ben blij dat dit
belangwekkende advies (van de Commissie van Wijzen, red.) er nu ligt. We
gaan er binnenkort over in gesprek, allereerst met de commissie en
vervolgens met bewoners.’’
Lange adem
Hij wil er alles aan doen om het vertrouwen van de eigenaren van werfkelders terug te winnen. ,,We zien heel betrokken bewoners. Dat we blijven samenwerken met elkaar is heel belangrijk. Het is een complex project en er is dan ook een lange adem voor nodig om met elkaar tot goede en blijvende oplossingen te komen.’’
Het Utrechtse wervengebied, en dan vooral het behoud en onderhoud ervan, zorgt al jaren voor talrijke problemen. De gemeente wil het wervengebied goed beschermen en daarvoor moet het compleet worden aangepakt, samen met alle eigenaren en beheerders.
De Commissie van Wijzen heeft de opdracht gekregen om de keldereigenaren en de gemeente te adviseren over de aanpak. Het advies gaat over de rechten en plichten van eigenaren en de gemeente, over de eigendomsverhoudingen en over de samenwerkingsvorm van eigenaren en de gemeente in het herstel, beheer en behoud van het wervengebied.
Eigenaren en de gemeente kunnen hun vragen, praktijkvoorbeelden, belangen en zorgen met de commissie delen, zodat de commissie in algemene zin kan adviseren. Over individuele gevallen wordt niet geadviseerd. De commissie is gevraagd het advies komend voorjaar uit te brengen. De uitkomsten worden gebruikt voor het nieuwe plan voor het herstel, beheer en behoud van het wervengebied.
Gebrek aan vertrouwen
De conclusies die de commissie in haar rapport trekt, zijn niet mals. Volgens de commissie is er een gebrek aan vertrouwen van de eigenaren in de gemeente. Dat gebrek heeft verschillende oorzaken.
“De handhaving op de aslastbeperking schiet tekort, ondanks soms dagelijkse meldingen van bijvoorbeeld te zwaar verkeer”, schrijft de commissie in het rapport. Dat kan volgens de commissie leiden tot onveilige situaties. De commissie zegt ook signalen te hebben gekregen dat de gemeente “in haar contacten over de afgelopen jaren een oorzakelijk verband tussen overtredingen van de aslastbeperking en schade aan de werfkelders bewust buiten beeld heeft gehouden”.
De gemeente zou zich daarnaast afhoudend opstellen bij bijvoorbeeld lekkages. Volgens de commissie geeft de gemeente aan dat eigenaren zelf verantwoordelijk zijn voor de waterdichtheid van de werfkelder en dat de gemeente daar geen belang bij heeft. “In wezen zijn er echter geen inhoudelijke belangentegenstellingen”, schrijft de commissie. “Het behoud van het erfgoed en de zorg voor veiligheid en waterdichte kelders staan bij iedereen voorop. Het echte probleem is dat men deze parallelle belangen niet steeds als een gezamenlijk belang ziet.”
Burenplicht
De commissie spreekt van een ‘vergeten burenplicht’. De gemeente is in het wervengebied namelijk op die manieren ‘de buur’ van de werfkeldereigenaren; door de wegen, de werfmuren en de fundering. Schade aan de werfkelders tast ook het erfgoed aan en is daardoor volgens de commissie ook een zorg voor de gemeente.
De gemeente is de eigenaar en beheerder van bijvoorbeeld wegen, werven, wal- en kluismuren en bruggen. De werfkelders zijn het eigendom van de eigenaar van het bijbehorende grachtenpand, maar zogenoemde wees- en spookkelders zijn dan weer eigendom van de gemeente.
Die situatie leidt tot rechten en plichten. De gemeente moet te zwaar verkeer weren en zorgen voor een goede afvoer van regenwater, maar ook haar eigendommen goed beheren en onderhouden.
Verantwoordelijkheid
Daar komt de burenplicht om de hoek kijken. De gemeente heeft die plicht namelijk tegenover de eigenaren van de werfkelders. Eigenaren zijn verantwoordelijk voor goed onderhoud van hun werfkelders, maar schade die ontstaan is doordat de gemeente tekortschiet in haar taken, komt voor rekening van de gemeente.
Die verantwoordelijkheden van de gemeente monden volgens de commissie uit in ‘bewijsvermoedens’. Van bepaalde schades aan werfkelders, zoals scheuren, lekkages van bovenaf en schade die is ontstaan na aanleg of herstel van leidingen, wordt vermoed dat ze zijn veroorzaakt door de gemeente. Die mag bewijzen dat het in concrete gevallen anders ligt.
Werf- of keldermeester
Volgens de commissie kan veel schade worden voorkomen als de gemeente haar zorgplicht nakomt. Eigenaren zouden dan ook goed en op tijd geïnformeerd en betrokken worden en tijdig meldingen aan de gemeente kunnen doen.
De registratie van de kelders moet daarvoor wel op orde zijn. Zo is vaak de kadastrale registratie van panden met een werfkelder incompleet, net als overdrachtsakten. Verder moet er volgens de commissie een manier komen om snel actie te kunnen ondernemen. De commissie adviseert de gemeente om een werfmeester of keldermeester aan te stellen, die het gebied en de mensen kent.
De commissie denkt dat het herstel van de werfkelders het best kan gebeuren vanuit een stichting waarin de gemeente en de werfkeldereigenaren samenwerken. Die stichting zou met eigenaren overeenkomsten kunnen sluiten, maar de eigenaren mogen zelf beslissen of ze daaraan meewerken. Hier komen ook de ‘bewijsvermoedens’ weer terug; die zouden onderdeel kunnen zijn van zo’n overeenkomst. De stichting kan ondersteund worden door een overlegorgaan, waar de gemeente en de eigenaren mee kunnen overleggen over problemen en oplossingen.
Als de gemeente minder terughoudend had gereageerd op meldingen over scheurvorming en wateroverlast was een hoop ellende bespaard gebleven, zegt de onafhankelijke Commissie van Wijzen, die in het leven is geroepen om te kijken hoe de schade aan de werfkelders kon ontstaan en wiens verantwoordelijk dat is.
In de concept-rapportage ‘Vergeten burenplicht’ wijzen de onafhankelijke deskundigen de gemeente aan als zondebok die niet thuis heeft gegeven op momenten dat particuliere eigenaren van werfkelders aan de bel trokken. „Het is immers bekend dat een te hoge aslast risico’s geeft voor de stabiliteit van de werfkelders en kans op schade geeft.’’
Bevoorrading
Er geldt op de grachten een zogenoemde aslastbeperking tot twee ton, maar vrachtverkeer dat zich een weg baant door hartje Utrecht om horecagelegenheden en bedrijven te bevoorraden, wordt onvoldoende gecontroleerd.
De gemeente Utrecht werkt al jaren aan restauratie van kademuren, werfkelders en kluismuren rond de grachten, en hoopt dat het grachtengebied in aanmerking komt voor de wereld Unesco-lijst. Maar het project kampt met veel problemen en vertragingen. Om een uitweg uit de problemen te zoeken, is vorig najaar een commissie van wijzen aangesteld om te adviseren over de aanpak van de werven in de toekomst.
Deze onafhankelijke commissie – bestaand uit een oud-rechter, een hoogleraar constructiemechanica aan de TU Delft en een programmamanager bij de gemeente Enschede – is allerminst mals voor de gemeente Utrecht.
Wantrouwen jegens gemeente
Een van de eerste bevindingen die in het overgrote deel van de gesprekken met eigenaren van werfkelders naar voren kwam, is een gebrek aan vertrouwen in de gemeente. ‘Dit speelt in veel opzichten, maar het zware verkeer over de grachten, het gebrek aan strikte handhaving daarvan en de afhoudende opstelling van de gemeente na meldingen over scheurvorming en lekkages in de werfkelders vormen hierbij de boventoon’, staat er in het advies.
Volgens het advies moet de gemeente haar rol serieuzer nemen en niet enkel reageren op incidenten, maar nadrukkelijker kijken naar oorzaken van ontstane gebreken en het voorkomen daarvan. Ook dient de gemeente over de brug te komen als schade ontstaat die hen aan te rekenen valt.
Fundering
‘Normaal gesproken kunnen eigenaren van een gewoon woonhuis ook niet bij de gemeente aankloppen bij scheurvorming of lekkage, hoewel het ook een gemeentelijk belang is dat huizen veilig zijn en gezond om in te wonen. In het wervengebied is dat anders: de gemeente en de eigenaren van de werfkelders zijn door de jaren heen ‘buren’ geworden die veel met elkaar te maken hebben; door de weg is de gemeente de bovenbuur, door de werfmuur de voorbuur en door de fundering de onderbuur. Dit leidt ertoe dat de gemeente hier een burenplicht heeft.’
‘Je zal maar een buur hebben die bij gevolgen als deze niet altijd thuis geeft, en in algemene zin afhoudend is. En dan laat weten dat lekkages je eigen probleem zijn en dat je maar moet aantonen dat de scheuren een gevolg zijn van overtredingen van de aslast’.
Werfmeester
Geadviseerd wordt om een zogenoemde ‘werfmeester’ aan te stellen die pro-actief met de eigenaren van werfkelders in gesprek gaat. Diens belangrijke taak? Overzicht krijgen over alle gebreken aan de werfkelders en in kaart brengen hoe de problemen opgelost dienen te worden. Daarnaast wordt geadviseerd een stichting op te richten waarin vertegenwoordigers van eigenaren en gemeente samen verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het herstel.
Dat schrijft de Commissie van Wijzen Werfgebied in het conceptadvies De vergeten burenplicht dat 1 maart is uitgebracht. De club brengt de rechten en plichten van keldereigenaren en gemeente in kaart en adviseert over mogelijke samenwerking. Als de gemeente zich als een goede buur zou gedragen, voorkomt dat schade. Ook worden de eigenaren dan als vanzelf goed en tijdig geïnformeerd en zo mogelijk betrokken. De commissie raadt aan een werfmeester of keldermeester aan te stellen: iemand die het wervengebied en de bewoners ervan kent en snel kan handelen.
‘Geen juridisch gevecht’ De gemeente heeft herstel van de werfkelders eerder stopgezet omdat de kosten te hoog waren en het probleem ingewikkelder bleek dan gedacht. Richt een stichting op met een onafhankelijke voorzitter – zo luidt het advies van de commissie – waarin eigenaren en gemeente samenwerken. De stichting kan met eigenaren overeenkomsten sluiten die mikken op herstel. De eigenaren zijn vrij om mee te werken. Een ander permanent overlegorgaan van eigenaren en gemeente, dat geen eigen bevoegdheden heeft, maar tijdig kan overleggen over problemen en oplossingen, ondersteunt de stichting. Voorkom een juridisch gevecht, is de wijze raad. Bij ruzie of dreigende geschillen passen mediation en een laagdrempelige oplossing.
De commissie constateert dat keldereigenaren weinig vertrouwen hebben in de gemeente. Dat komt doordat de gemeente volgens hen te weinig doet tegen het te zware verkeer over de grachten. Maar ook doordat de gemeente niet thuis geeft bij scheuren en lekkages. Maar deep down hebben beide partijen dezelfde belangen: ze willen beiden erfgoed behouden en streven naar een veilige situatie en waterdichte kelders. Er is sprake van ‘parallelle belangen’, alleen onderkent de gemeente dat niet. De Commissie van Wijzen Werfgebied verheldert de eigendomsverhoudingen: de gemeente is de eigenaar en beheerder van wegen, werven, werfmuren, kade-, wal- en kluismuren (met de fundamenten daarvan), bruggen en bomen. De werfkelders behoren toe aan de eigenaren van de daarmee verbonden grachtenpanden. ‘Losse’ kelders (wees- en spookkelders) zijn eigendom van de gemeente.
De eigenaren zijn verantwoordelijk voor goed onderhoud van hun werfkelders. Maar schade door tekortschieten van de gemeente in háár taak komt echt voor rekening van de gemeente. Als bij bepaalde schades het vermoeden is dat deze is veroorzaakt door (nalatigheid van) de gemeente, dan mag die bewijzen dat het in een concreet geval anders ligt. Zo’n ‘bewijsvermoeden’ is op zijn plaats bij scheurschade in werfkelders, bij lekkages van bovenaf en bij schade ontstaan na aanleg of herstel van leidingen. Op dit conceptrapport De vergeten burenplicht kan drie weken gereageerd worden. Daarna komt er een definitieve versie.
Het Utrechtse wervenstelsel is aan groot onderhoudtoe. Werfkelders zijn in slechte staat en niet alle ruimtes onder de grond waren goed in beeld. De grote vraag is wie voor de kosten van het herstel moet opdraaien. De gemeente, de particuliere eigenaren of allebei?
De Commissie van Wijzen, een idee van een van de grachtbewoners, heeft zich op verzoek van de eigenaren en de gemeente gebogen over de kwestie en de belanghebbenden hierbij betrokken. Aan de hand daarvan is advies uitgebracht over de rechten en plichten van eigenaren en de gemeente, over eigendomsverhoudingen en over de beste samenwerkingsvorm.
Gezamenlijk belang Twee aspecten springen eruit, stelt de commissie: het te zware verkeer over de grachten en de afhoudende opstelling van de gemeente bij scheuren en lekkages. “In wezen zijn er echter geen inhoudelijke belangentegenstellingen”, stelt de commissie. “Het behoud van het erfgoed en de zorg voor veiligheid en waterdichte kelders staan bij iedereen voorop. Het echte probleem is dat men deze parallelle belangen niet steeds als een gezamenlijk belang ziet.”
Volgens de commissie is er sprake van een “vergeten burenplicht”. “In de unieke situatie van het Utrechtse wervengebied is de gemeente aan drie zijden de “buur” van de eigenaren van de werfkelders: door de wegen, de werfmuren en de fundering. Schade aan de kelders tast ook het erfgoed aan en is daardoor een zorg mede voor de gemeente.”
Eigendomsverhoudingen De eigendomsverhoudingen liggen volgens de commissie als volgt: de gemeente is de eigenaar en beheerder van wegen, werven, werfmuren, kade-, wal- en kluismuren (met de fundamenten daarvan), bruggen en bomen. De werfkelders behoren toe aan de eigenaren van de daarmee verbonden grachtenpanden. Zogenoemde wees- en spookkelders zijn eigendom van de gemeente.
De gemeente moet te zwaar verkeer weren en zorgen voor een goede afvoer van hemelwater. Ook moet het stadsbestuur de eigendommen goed beheren en onderhouden, stelt de commissie. “Deze zorgplichten zijn naast publiekrechtelijke taken “burenplichten” tegenover de eigenaren van de werfkelders.”
De eigenaren zijn verantwoordelijk voor goed onderhoud van hun werfkelders, maar schade door tekortschieten van de gemeente in háár taak komt voor rekening van de gemeente, aldus de onafhankelijke experts. “Als de gemeente in het besef van haar burenplicht haar zorgplicht nakomt, voorkomt dat veel schade én worden de eigenaren als vanzelf goed en tijdig geïnformeerd en waar mogelijk betrokken.”
Een andere juridische samenwerkingsvorm is niet nodig, vindt de commissie. De experts bevelen de herintroductie van een werfmeester of keldermeester aan. “Een vooruitgeschoven post van de gemeente, iemand die het gebied en de mensen kent.” Daarnaast kan het noodzakelijke herstel van de werfkelders volgens de commissie het beste plaatsvinden via een daarvoor op te richten stichting waarin eigenaren en gemeente, met een onafhankelijke voorzitter, samenwerken.
De stichting moet worden ondersteund door een permanent overlegorgaan van eigenaren en gemeente, dat geen eigen bevoegdheden heeft maar tijdig kan overleggen over problemen en oplossingen. “Er moet zo min mogelijk worden gejuridiseerd. Bij dreigende of onvermijdelijk gebleken geschillen zijn mediation en een laagdrempelige oplossing door bindend adviseurs gewenst.”
De Utrechtse grachten en werven zijn uniek, maar ook al zijn ze nog zo kenmerkend voor de stad, ze verkeren al jaren in slechte staat. Daar moet onderhand iets aan gebeuren, want de tijd begint te dringen. In april komt het plan voor de aanpak van het herstel en behoud van het wervengebied.
Voor het plan van aanpak moeten de werven eerst nog in hun totaliteit in kaart worden gebracht. De gemeente doet daarom onderzoek naar de kelders in het wervengebied. Robert Langdon mag thuisblijven: onderzoek gebeurt met een grondradar, inspecties en archiefonderzoek. Uit het onderzoek moet duidelijk worden waar de vele kelders nu precies liggen en hoe ze erbij liggen.
Onbekende holten in de grond
Tijdens het onderzoek komt de gemeente erachter dat er, naast de bekende kelders, een heel aantal onbekende holten in de grond blijkt te zitten. Zonder bouwtekeningen is het moeilijk te zeggen wat de staat van die kelders is: veilig of toe aan onderhoud. Daarom wil de gemeente een kijkje nemen bij de adressen waar onbekende kelders zijn gesignaleerd. Ze willen graag zeker weten of het wel echt om werfkelders gaat.
De bewoners van de adressen waar mogelijk een onbekende kelder onder ligt, zouden inmiddels door de gemeente zijn benaderd. Reacties van de mogelijke keldereigenaren, de observaties met de grondradar en de gegevens van de gemeente worden naast elkaar gelegd. Zo verwacht de gemeente een beeld te krijgen van het aantal onbekende kelders in de binnenstad van Utrecht.
‘Onbekende kelder’, bekend probleem Met de gegevens uit het onderzoek heeft de gemeente een plattegrond gemaakt. Die bestaat uit dertien kaarten van de werven in de Utrechtse binnenstad. Die geeft met verschillend gekleurde vlakken aan waar de grondradar ‘onbekende (mogelijke) kelders’ heeft gezien. Aan de Oudegracht, op het adres van Robert Jansen, staat zo’n vlak voor een duidelijke meting van een ‘onbekende (mogelijke) kelder’ op de plattegrond.
‘Misschien is het kadastraal niet helemaal goed aangegeven’
Zou daar dan een spookkelder met geheimen en raadsels onder de grond liggen? Jansen reageert een beetje verbaasd; de kelder bestaat al zo lang hij er woont en wordt gebruikt. Het is een boogkelder, die volledig is gestukt en geschilderd. Jansen: “Ik woon in deze buurt sinds ik acht jaar oud was. Ik ken het hier dus vrij goed en zie nu al meer ‘onbekende kelders’ op de kaart die altijd hebben bestaan en worden gebruikt . Echte spookkelders zijn er misschien maar een paar.”
Jansen gokt: “Misschien is het kadastraal niet helemaal goed aangegeven.” Die kans zou kunnen bestaan. Het kadaster bestaat immers pas sinds 1935. Dit verving de Bonnebladen, dat waren gedetailleerde militaire kaarten die tussen 1865 en 1884 werden gemaakt. Allemaal lang nadat de Utrechtse werfkelders werden aangelegd. De gemeente bevestigt het vermoeden van Jansen: “De bekende en onbekende kelders zijn niet altijd zichtbaar in het kadaster of op riool- en bouwtekeningen, dat bemoeilijkt ook het vinden van de locatie van de kelders.”
Alle adressen met een blauw vlak zouden volgens de gemeente in juni en november 2020 een brief hebben ontvangen. Daarin wordt toestemming gevraagd voor inspectie van een kelder om de aanwezigheid van de kelder te verifiëren.
Zwaar verkeer
In veel gevallen klopt dus het vermoeden en het grondradaronderzoek: er liggen kelders. Het lijkt er echter op dat veel van de kelders, zelfs die in gebruik zijn, in slechte staat verkeren. Dat zou komen door het zware verkeer dat er dagelijks overheen rijdt. Jansen: “Bij meerdere kelders zijn er grote scheuren te zien, vooral in het deel dat onder de weg ligt en niet onder het huis. Als over de weg boven die kelders een vrachtwagen komt rijden, kraakt het en komt het gruis naar beneden.”
‘Als bewoner kan je dat lastig aantonen’
Frustrerend, vindt Jansen het dan ook, dat te zwaar verkeer niet preventief wordt geweerd. “Het probleem is al sinds de jaren ‘90 bekend. En toch rijden er nog dagelijks vrachtwagens, die schade aan de gewelven veroorzaken. Maar als bewoner kan je dat lastig aantonen.” Dat zou betekenen dat de keldereigenaar zelf opdraait voor de kosten van het onderhoud. Het laten hervoegen van een boogkelder, een maatregel die nodig is om de stenen bij elkaar te houden, zou ruim 44.000 euro kosten. “Dat is voor velen niet te betalen.”
Juridisch raadsel Het is nog onduidelijk wie uiteindelijk verantwoordelijk is voor het onderhoud van de kelders. “Sommige eigenaren verwachten dat er direct maatregelen worden genomen”, schrijft de gemeente Utrecht. Die zegt dat het juist belangrijk is om van tevoren goed onderzoek te doen en dan pas een groot plan te maken. De gemeente heeft over het weren van te zwaar verkeer en heeft werkgroepen met bewoners gevormd en is in overleg met vervoersorganisaties.
Ook is er sinds november een speciale ‘commissie van wijzen’. Dit is een drietal dat zowel de keldereigenaren als de gemeente moet adviseren. Het advies gaat over de rechten en plichten van eigenaren en de gemeente, over de eigendomsverhoudingen en over de samenwerkingsvorm van eigenaren en de gemeente in het herstel, beheer en behoud van het wervengebied.
Het is niet verwonderlijk dat er een commissie van wijzen is ingeschakeld, voor de aanpak van de werven. Raadselachtig zijn ze wel te noemen, de eigendomsverhoudingen van de werfkelders. Toch is het essentieel voor de aanpak van de werven om te weten wat van wie is. Zo hield advocatenkantoor Van Benthem & Keulen al eerder een onderzoek naar werfkelders. Daaruit kwam dat de werfkelder waarschijnlijk van de eigenaar van het grachtenpand erboven is. De weg boven de werfkelder niet, die lijkt van de gemeente te zijn.
‘De muren zijn dichtgemetseld’
Helemaal zeker is het niet. Een keldergewelf en de fundering van de weg kunnen met elkaar verbonden zijn en zo één deel vormen dat van zowel de keldereigenaar als de gemeente is. De werven en werfmuren buiten de kelder zijn van de gemeente. De werfmuren zijn vastgemaakt met trekankers in de keldermuren, ook van de gemeente. Een lastig zaakje dus.
De échte spookkelders, die helemaal niemand meer kent, zijn die er nog? “Inmiddels weten we van een aantal locaties dat er kelders zijn die niet (meer) toegankelijk zijn”, laat de gemeente weten. “Bijvoorbeeld omdat de toegang naar de kelders onmogelijk is gemaakt, bijvoorbeeld doordat de muren zijn dichtgemetseld of omdat de toegangsdeur vanuit een naastgelegen kelder is afgesloten.”
Een deel van deze ‘weeskelders’ is ook nooit doorverkocht met de rest van het grachtenpand. Die kelders zijn nog altijd van de oorspronkelijke eigenaar, of een erfgenaam daarvan. Een spookeigenaar dus, die al jaren niets aan onderhoud heeft gedaan, die niet reageert op de vragen van de gemeente, die geen last heeft van vallend gruis door vrachtwagens en die niet in een werkgroep zit. Of in die spookkelders nog geheimen zijn te vinden, weten we pas als we ze openmaken.
Volgens woordvoerder Maarten van der Oever van het comité wordt het vertrouwen ernstig ondermijnd door ‘de vele blunders en manipulaties van gemeentelijke ambtenaren’. De bewoners roepen de politiek op te stoppen met de rampzalige aanpak van het wervengebied.
Commissie van wijzen
De gemeente Utrecht werkt al jaren aan restauratie van kademuren, werfkelders en kluismuren rond de grachten in de binnenstad. Dit project kampt met veel problemen en vertragingen. Om een uitweg uit de problemen te zoeken is vorig najaar een commissie van wijzen aangesteld om te adviseren over de aanpak van de werven in de toekomst.
Volgens het Comité Werfkelders Oudegracht was de bewoners toegezegd dat ze volwaardig mee mochten praten over het herstelproject. De praktijk is anders, stelt het comité. ,,De betrokken ambtenaren hebben de kwestie als een typisch geval van projectmatige casuïstiek opgevat: project omschrijven in termen van de eigen doelstellingen, een blik projectmanagers opentrekken, die vervolgens te horen krijgen dat de kwestie binnen de gestelde termijn moet zijn afgerond en dat eigenaren en bewoners overgehaald c.q. verleid moeten worden mee te werken.’’
De bewoners van de Oudegracht zijn ook niet te spreken over de onderzoeken die de gemeente heeft laten uitvoeren naar de werfkelders, die vanaf de gracht onder de weg doorlopen. Uit deze onderzoeken concludeerde ze dat de kelders in goede staat zijn. Volgens het comité ging het om schijn- en flitsonderzoeken. Een derde onderzoek naar de druk op de kelderdaken die onder de weg liggen, deugde ook niet, aldus de bewoners.
Kromme Nieuwegracht
Eind augustus lieten bewoners van een deel van de Kromme Nieuwegracht weten niet langer met de gemeente te willen praten. Ze voelden zich geschoffeerd en waren teleurgesteld omdat niet werd gereageerd op aanhoudende verzoeken om maatregelen te nemen tegen zwaar verkeer. Begin december besloten de bewoners toch weer met de gemeente om tafel te gaan zitten, omdat beide partijen elkaar nodig hebben bij het oplossen van de problemen in het wervengebied.
Het Comité Werfkelders Oudegracht verwijt de gemeente ook dat ze een juridisch onderzoek naar de rechten en plichten van eigenaren van werfkelders door de huisjurist heeft laten opstellen. Dit onderzoek is volgens woordvoerder Van den Oever niet in het belang van de bewoners uitgevoerd, maar om de gemeente van argumenten te voorzien dat eigenaren voor de herstelkosten moeten opdraaien.
De bewoners van de Oudegracht zeggen zichzelf niet te willen beklagen. ,,We zijn (nog) vrije burgers en we kunnen met andere woorden gewoon afhaken als we daar zin in hebben. Maar waar het ons om gaat, is dat de ambtenaren van de stad Utrecht absoluut niet voornemens zijn in overleg te treden met de bewoners en eigenaren.’’
Reactie wethouder
Wethouder Kees Diepeveen (GroenLinks, openbare ruimte) heeft het Comité Werfkelders Oudegracht laten weten in gesprek te willen over de grieven en om te horen welke concrete ideeën en suggesties ze hebben om de samenwerking te verbeteren. ,,Om tot een goede samenwerking in het beheer en behoud van onze werven te komen is ook goede samenwerking met keldereigenaren bij het opstellen van het programmaplan nodig.’’
VVD-raadslid Gertjan te Hoonte maakt zich grote zorgen over de onvrede onder de bewoners van de Oudegracht. ,,Op mijn initiatief is de commissie van wijzen ingesteld die juist moet voorkomen dat we in een dergelijke situatie terechtkomen.’’