Categorieën
Publicatie Gemeente Utrecht

Raadsbrief Schadeoorzaken en financiële vertaling bewijsvermoedens werven


Categorieën
Keldergewelf

Brief aan College over schadeoorzaken en financiële aspecten met vragen


Categorieën
Nieuwsberichten

AD: Niemand twijfelt aan noodzaak voor megaherstelplan van Utrechtse werven, maar wie gaat die half miljard betalen?

Het in erbarmelijke staat verkerende oude wervengebied in de Utrechtse binnenstad moet voor naar schatting tussen de 450 en 550 miljoen euro worden aangepakt. Niemand die de noodzaak van het herstel van het 900 jaar oude erfgoed ter discussie stelt. Maar de hamvraag is natuurlijk wel: wie gaat dat betalen? De gemeenteraad kon het daar donderdag nog niet over eens worden.

Het herstel van het erfgoed is al jaren een hoofdpijndossier. Rotte plekken, verzakkingen, scheuren in muren, de problemen zijn niet nieuw. Wordt er niets aan gedaan, dan storten de middeleeuwse kelders en werven letterlijk in. Om dit horrorscenario te voorkomen, werkt de gemeente al sinds 2013 met man en macht aan het herstel van het erfgoed. Maar de ene tegenslag was nog niet opgelost of de volgende diende zich alweer aan: verzakkingen, muren die slechter bleken dan gedacht en vooral ook: de kosten die almaar opliepen.

Een levensgroot probleem dus. Wethouder Kees Diepeveen (GroenLinks) presenteerde onlangs een megaplan dat er voor moet zorgen dat het wervencomplex voor de toekomst bewaard blijft. Het project gaat zo’n dertig jaar duren. De gemeente kan deze megaklus echter alleen klaren als zij samenwerkt met de keldereigenaren en juist die relatie heeft de afgelopen jaren zware klappen opgelopen. De eigenaren voelen zich door de gemeente op tal van punten in de steek gelaten, onder meer door schade vanwege zwaar verkeer dat over de grachten kon blijven rijden.

Kostenverdeling

Diepeveen stelt aan de gemeenteraad voor om de kosten van schade die veroorzaakt zijn door dat zware verkeer en een aantal andere punten die duidelijk als verantwoordelijkheid bij de gemeente liggen op zich te nemen. Maar voor het waterdicht maken van de kelders wil de gemeente dat de keldereigenaren ook voor de helft meebetalen. En voor eventuele andere schade moet volgens Diepeveen een deskundige de oorzaken laten vaststellen, ‘om tot een zo eenvoudig en eerlijk mogelijke kostenverdeling te komen’. 

Maar vooral over dat laatste verschillen de partijen in de Utrechtse gemeenteraad. Is dat wel verstandig? Leidt dat niet juist tot juridische procedures? Dan duurt het herstel alleen maar nog langer? Is het niet zonde dat beide partijen geld uitgeven aan een proces als een gang naar de rechter ook voorkomen kan worden?’ Moeten we als gemeente niet onze verantwoordelijkheid nemen? Het waren deze en talloze andere vragen die tijdens een commissiedebat op het stadhuis de revue passeerden over het zeer complexe en omvangrijke project. 

Gaat heel erg in de papieren lopen

,,De harde realiteit is dat het project veel geld kost,’’ zei D66-raadslid Ellen Bijsterbosch. ,,De kern van de samenwerking is dat we weer vertrouwen moeten opbouwen met de keldereigenaren.’’ Onder meer Bijsterbosch toonde zich kritisch richting de wethouder omdat hij op dit punt niet een aanbeveling van een commissie van wijzen heeft overgenomen. Die vindt dat de gemeente in de meeste gevallen voor de kosten moet opdraaien en eventueel zelf zou moeten bewijzen dat een oorzaak niet aan de gemeente ligt.

Enkele partijen spraken zich al duidelijk uit in hun wens dat de gemeente dan maar volledig aan de lat moet staan. ,,Had de gemeente maar niet zo laks moeten zijn in het verleden,’’ zei David Bosch van de PVV. Maar een partij als Student en Starter toonde zich voorzichtiger: ,,Als we ook deze aanbeveling van de commissie overnemen, gaat het heel erg in de papieren lopen. Dan zit de gemeente in een kwetsbare positie. En hoe moet dat dan? Want we hebben meer stedelijke opgaven als we als stad blijven doorgroeien.’’  

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door:

Categorieën
Keldergewelf

Brief aan Commissie stad en ruimte

Categorieën
Publicatie Gemeente Utrecht

Commissievergadering Stad en Ruimte

de vergadering is online terug te kijken

Agendapunten

Categorieën
Publicatie Gemeente Utrecht

Raadsbrief Beantwoording vragen Raadsinformatiebijeenkomst Wervengebied


Categorieën
Keldergewelf

Brief aan Commissie Stad en Ruimte over schadeoorzaken


Categorieën
Nieuwsberichten

TROUW: Herstel Utrechtse werven: ‘Wie niet investeert, verliest op den duur een rijksmonument’

Utrecht zet de komende jaren fors in op onderhoud van het negenhonderd jaar oude wervengebied. Werfkelders en -muren lijden zwaar door verkeer, woekerende boomwortels en achterstallig onderhoud. ‘In de middeleeuwen bestond veel meer collectieve verantwoordelijkheid.’

Het historische wervengebied in Utrecht is vergelijkbaar met altaarstukken uit de middeleeuwen, zegt stadsconservator René de Kam. Met dat verschil dat de eeuwenoude altaren alleen met handschoenen en speciale apparaatjes mogen worden beroerd en veilig weggeborgen zijn in het Centraal Museum. “Het wervengebied is net zo’n kunstwerk, maar daar loopt iedereen dagelijks overheen.”

Het wervengebied in Utrecht lijkt een vanzelfsprekendheid. Met ruim negenhonderd kelders, vier kilometer kade en een roemrijke geschiedenis is het – naast de Dom – de belangrijkste blikvanger van de stad. Maar de werven kampen al jaren met ouderdomsproblemen. Denk aan achterstallig onderhoud, schimmelige muren en scheuren door boomwortels en zwaar verkeer over de Oudegracht.

Moderne tijd

Werfkelders kraken onder de moderne tijd, zegt conservator De Kam. “Er is sprake van ‘normale’ veroudering, maar ook het gebruik ervan is door de eeuwen heen veranderd. Toen reden er handkarren en paardentrams overheen, nu zijn het vrachtwagens.” Voor de werven geldt hetzelfde als voor de Dom, zegt hij. “Je moet continu investeren om het erfgoed te behouden. Doe je dat niet, verlies je op den duur een Rijksmonument.”

Om dat te voorkomen zet de gemeente opnieuw fors in op herstel- en onderhoudswerkzaamheden. Kosten voor de gemeente en keldereigenaren bedragen de komende drie jaar 48 miljoen euro. Het volledige plan duurt dertig jaar en zal tussen de 450 en 550 miljoen kosten. Een ruwe schatting, want werken in erfgoed is onvoorspelbaar, aldus de gemeente: “Achter elke steen kan een verrassing vandaan komen.”

Wie de onderhoudskosten van de kelders moet betalen, is al jarenlang een punt van discussie. Moeilijkheid is het verdeelde eigendomsrecht. “Na de Tweede Wereldoorlog heeft de gemeente veel werven, werfmuren en -kades opgekocht”, zegt De Kam. “Het idee was om de onderhoudslast voor bewoners te verminderen en het belang van de monumentenfunctie te benadrukken.” Nu maakt dat de verantwoordelijkheidsvraag complex: keldermuren zijn gemeentelijk eigendom, maar binnenruimtes zijn van particulieren en bedrijven. “Het gebied is opgeknipt.”

Havenfunctie

Dit terwijl het gebied in de middeleeuwen juist fungeerde bij de gratie van collectieve verantwoordelijkheid. De werven hadden destijds een belangrijke havenfunctie en golden als economische A-locatie. Kooplieden losten er goederen –vis, bier, bakstenen – en sloegen ze op in de werfkelders. “Het functioneren van het gebied was dan ook van groot belang”, zegt De Kam. Particulieren waren elk verantwoordelijk voor hun eigen stuk werf, maar werkten wel nauw samen. “Dat moest ook: als Jan het er met de pet naar gooide, ging het ten koste van de zaken, dus zorgden buren ervoor dat hij zich goed gedroeg.”

Nu het collectief economisch belang is verminderd, ligt de kwestie ingewikkelder, ziet De Kam. “De verstrengeling van dat particulier bezit en openbare ruimte speelt daarin een rol. Een huiseigenaar zal eerder vinden dat de gemeente moet betalen als de grens tussen openbaar terrein en particulier eigendom diffuus is.”

De gemeente is voornemens de schade aan kelders door zwaar verkeer te betalen. Verder worden subsidiemogelijkheden onderzocht. Kosten voor het waterdicht maken van kelders moeten wel gedeeld worden met pandeigenaren, zo is het voorstel. De Kam heeft er twijfels bij. “Als enkele bewoners dwarsliggen, ontstaat al een probleem. Dan blijft het gebied kwetsbaar.” En ook na dertig jaar zal werfonderhoud altijd nodig blijven. “Het wervensysteem bestaat al generaties lang. De essentie is dat we ons daar met z’n allen voor moeten inzetten.”

“Als ik in de werfkelder rechtop sta, raakt mijn kruin het plafond. Sfeervol, maar als slaapkamer vind ik het te claustrofobisch. Ik gebruik de kelder als kantoor voor mijn drukwerkbedrijf. De locatie is heerlijk, aan de gracht is het heel rustig en groen tijdens de lockdown. Soms moet ik mezelf in m’n arm knijpen.

“In 2010 vonden we tijdens een verbouwing een ‘spookkelder’: een kelder die niet in het kadaster stond. Hoeveel daarvan nog in Utrecht bestaan, is niet precies bekend. Als kind stuitte ik al weleens op fundamenten bij het graven in de tuin, maar we dachten dat alles was volgestort. Toen we de kelder vonden hebben we de ruimte bij het huis betrokken. Dat was een ‘duivelsgeschenk’: bij slecht weer regende het in de kelder, het was een helse klus om ’m waterdicht te maken. Nog steeds hebben we een condensatieprobleem, maar goede ventilatie maakt een hoop goed.”

“Ik weet nog dat de ambtenaar vroeg: waar begint u aan? Maar ik wilde het. Ik kende de jazzkelders uit mijn jeugd, en ik dacht: als hier iets vrijkomt, begin ik er een theater.

“Ik wilde dat het theater de sfeer zou ademen van de jaren dertig en veertig, de tijd waarin cabaret nog in cafés plaatsvond. Algauw stonden Youp van ’t Hek, Bert Visscher en Hans Liberg hier. Ze vonden het een unieke plek. Het is ook fantastisch, ik heb er zelfs een lied over geschreven: Daar bij die grachten / zo dicht langs het water / daar onder die bomen / van de oeroude gracht.

“In het begin waren de suikerzakjes nog weleens vochtig. Dat is opgelost met een luchtcirculatiesysteem. De drankenboer komt inmiddels met de boot, zijn vrachtwagen mag de binnenstad niet meer in. Ik heb er geen moeite mee, zolang mensen gewoon naar ons theater kunnen komen. The show must go on.”

“Ik zit hier nu ruim vijfendertig jaar. Het is een inspirerende ruimte, ook vanwege de historie: ik heb gehoord dat de kelder vroeger werd gebruikt om lijken af te leggen, dat is een gek idee. Toen ik hier kwam werden de kelders amper gebruikt. Nu is er meer bedrijvigheid. Aan de overkant zit een muziekstudio, hiertegenover een textieldrukkerij. Er is ook meer toerisme.

“Mijn atelier heet De Moerbei, naar die grote moerbeiboom voor de deur. Aanvankelijk zaten we hier met drie kunstenaars, dat is bijna niet voor te stellen in zo’n kleine ruimte. Je kunt hier ook niet wonen, maar als atelier is het perfect. Mijn buurman woont wel in zijn kelder.

“Ik maak beelden van hout en steen, ook in opdracht. Soms vind ik hout in de omgeving van Utrecht, daar maken wij weer iets moois van. Ik werk vaak buiten, er komen regelmatig eendjes langs. Eentje heb ik Donald genoemd, de ander Katrien, die herken ik altijd.”

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door:


Categorieën
Nieuwsberichten

Binnenstadskrant: ‘College verdraait uitkomst wervenrapport’

Bij de aanpak van de problematiek van werven en kelders, vertikt het college het om het principe van de omgekeerde bewijslast te omarmen. Dan is de gemeente, door het toelaten van zwaar verkeer boven de werfkelders, verantwoordelijk voor de schade. Tenzij die aantoonbaar de schuld is van de eigenaar. Dat schrijven Ilonka Cornelisse en Cees Hilberdink van IN KOOR aan het college. Zij reageren namens de bewoners en ondernemers van de Choorstraat op het raadsvoorstel over de toekomst van het wervengebied. Dat op zijn beurt is weer een reactie op het rapport van de Commissie van Wijzen. In sommige gevallen hebben B&W de schijn tegen en kan er sprake van een vuil spelletje zijn.

De keldereigenaren van de Choorstraat hopen dat de gemeenteraad erin slaagt B&W het ‘heilloze standpunt met betrekking tot de bewijslast’ te laten opgeven. Dat zou ook moeten gebeuren met het ‘automatisme’ dat de herstelkosten 50-50 voor de gemeente en de eigenaren zijn.

‘Het college beweert dat scheuren in keldergewelven, parallel aan de rijrichting, onder verantwoordelijkheid vallen van de eigenaren. De indruk wekken dat dit het standpunt zou zijn van de Commissie van Wijzen, is uw college evenwel niet toegestaan. De ‘Wijzen’ stellen juist dat schade aan kelders tal van oorzaken kan hebben. Sterker nog, zij stellen dat die oorzaken veelal binnen het gemeentelijk domein vallen.’

Het steekt de groep dat het college bij de 50-50-verdeling van de herstelkosten miskent hoe ingewikkeld individuele situaties zijn. De bestuurders lijken volgens de woordvoerders op ruzie aan te sturen, terwijl de verhouding met de betrokken keldereigenaren al zo slecht was.

‘Wat uw college evenwel niet kan en mag doen, is zich voor de rechtvaardiging van haar opvattingen verschuilen achter een aanbeveling van de Commissie van Wijzen die de ‘Wijzen’ niet hebben gedaan’, schrijven ze.  Ze wijzen er ook op dat in het rapport ‘De vergeten Burenplicht’ staat dat deze uitspraak niet algemeen geldt maar beperkter dient te worden opgevat. Maatwerk dus.

Sigaar uit eigen doos
Volgens Cornelisse en Hilberdink maakt het college er een potje als het verklaart  bereid te zijn de kosten van het herstel van de schade door zwaar verkeer en de fundering te betalen. ‘Wie anders? De keldereigenaren zijn immers niet verantwoordelijk voor het jarenlang gedogen van veel te zwaar verkeer over hun woonsteden of bezittingen. Nog bonter maakt u het, waar het de fundering van de wal – en kluismuren betreft. De toezegging dat de gemeente daarvoor de kosten draagt, is ronduit gratuite.’ IN KOOR noemt dat een spreekwoordelijke sigaar uit eigen doos.

De keldereigenaren constateren dat de bestuurders niet in zijn voor omgekeerde bewijslast. Ook al schrijft de Commissie van Wijzen dat veel mogelijke schadezaken niet aan de eigenaren te wijten zijn. Volgens IN KOOR is het college ‘doodsbenauwd voor het risico te moeten betalen voor herstelkosten bij schades’ waar de gemeente niets aan kan doen. ‘U prefereert de afslag naar het (juridisch) conflict boven de route naar een overlegstructuur; hoe moeizaam die in sommige gevallen best kan zijn.’ 

Juristerij
En dat terwijl, volgens de schrijvers, de gemeenteraad het college met de komst van de Commissie van Wijzen met zachte hand van dat juridische pad af wilde brengen.

De gemeente staat er bij keldereigenaren door het ‘geloof in juristerij’ niet goed op. De notitie van de gemeentelijke huisadvocaat voor de Commissie – die ervaren werd als poging tot beïnvloeding – heeft kwaad bloed gezet. Daarom waren de bewoners en ondernemers juist blij met de integere werkwijze van de Wijzen.

Ze slaakten een zucht van verlichting toen bleek dat de Commissie het college adviseerde om het lang gehuldigde gemeentelijke standpunt voorgoed te verlaten en te kiezen voor de ‘omgekeerde bewijslast’. ‘Niet uit compassie met een verdrukte groep burgers. Noch om een bestuurlijke nachtmerrie te verdrijven. Maar, als wij de ‘wijzen’ goed begrijpen, gewoon een advies, rustend op de wettelijke regeling van bewijsverdeling en wat een rechter in een concreet geschil over aansprakelijkheden in het wervengebied zou (kunnen) beslissen.’ Volgens IN KOOR weigert het college deze juridische feiten onder ogen te zien.

Lees het volledige Nieuwsbericht gepubliceerd door:

Categorieën
Commissie Van Wijzen Wervengebied

Notitie CvWW n.a.v. het Raadsvoorstel